Toegevoegd op: 18-07-2017

Het is zomertijd, dus de gemeenteraad komt nauwelijks bijelkaar vanwege de vakanties. Daarom de komende zomer een paar artikelen die ingaan op het werk in de gemeenteraad. Of over de werking van gemeentelijke “procedures”. Deze keer iets over het fenomeen lijstverbinding
Lijstverbinding
Op 20 juni haalde de Eerste Kamer een streep door de lijstverbinding. Dat betekent dat partijen niet meer kunnen profiteren van elkaars reststemmen. Hoe werkte dat dan zo’n lijstverbinding? Het gaat om de verdeling van de reststemmen. Stel : er zijn in een gemeenteraad 21 zetels te verdelen (zoals in de gemeente Aalten). En er worden 10.500 stemmen uit gebracht (ook ongeveer de situatie in de gemeente Aalten). Dan is de zgn. kiesdeler 500 stemmen. Dus elke 500 stemmen leveren 1 zetel op. Nu halen de deelnemende partijen niet allemaal precies (veelvouden van ) 500 stemmen. Elke stem meer dan 500 (of een veelvoud daarvan) heet een reststem. Degene met de meeste reststemmen krijgt de eerste “overgebleven” zetel, dan de tweede enz.
Voorbeeld:
Er doen 5 partijen mee: Partij 1 haalt 623 stemmen, dat is dus 1 zetel met 123 reststemmen Partij 2 haalt 1345 stemmen: dat is dus 2 zetels en 345 reststemmen. Partij 3 haalt 2261 stemmen: dat is 4 directe zetels en 261 reststemmen. En zo verder. Als de restzetels verdeeld moeten worden dan krijgt partij 2 met z’n 345 reststemmen in elk geval de eerste restzetel, partij 3 krijgt met z’n 261 reststemmen de tweede restzetel en partij 1 de derde. Als er zoveel restzetels zijn.
Als nu partij 1 en partij 3 een lijstverbinding zouden zijn aangegaan dan zouden de reststemmen bij elkaar opgeteld worden; het aantal in dit voorbeeld telt op tot 384. Dat is meer dan de reststemmen op partij 2 (345). Dus de eerste restzetel gaat naar de combinatie en wel naar die partij met de meeste reststemmen in die combinatie. Dat zou partij 3 zijn. Dus een lijstverbinding verhoogt de kans op restzetels .
Lijstverbinding geeft politieke onduidelijkheid.
De grote onduidelijkhied is natuurlijk dat door zo’n lijstverbinding het lijkt of die twee lijsten die een verbinding hebben aangegaan ook samen een nieuwe gecombineerde partij hebben opgericht. In de praktijk is zo’n lijstverbinding dus nauwelijks aan de kiezer uit te leggen. Die denkt dat er een soort fusie gesmeed werd tussen de partijen die meededen aan zo’n lijstverbinding. Dat was natuurlijk niet zo. Je zag wel dat er gebruik gemaakt werd door partijen in “dezelfde hoek”. Bijvoorbeeld tussen uitgesproken rechtschristelijk: SGP en ChristenUnie of bij links: Groen Links en PvdA.
Een ander nadeeel (echt gebeurd) is dat dankzij de lijstverbinding partij A er een zetel bij kreeg dankzij partij B en een coalitie ging vormen met partij C die de natuurlijke opponent van partij B was. Dat is een beetje zuur.
Vanaf 20 juni is er dus geen lijstverbinding meer mogelijk.Voor de kiezer is het vanaf nu duidelijk: een stem op één partij blijft een stem op die partij.
Tegengaan versnippering.
Mocht je bij een lijstverbinding er als kiezer vanuit gaan dat je stem zoveel mogelijk in “dezelfde hoek” bleef, met het toenemen van het aantal lijsten en partijen weet je nooit precies wat er met die stem gebeurt. Er zijn gemeenteraden in Nederland met 30 zetels en 14 partijen. Als daar een coalitie uit gevormd moet worden met een meerderheid en die moeten allemaal bediend worden met een wethouder, dan krijg je een ongezond groot aantal wethouders (kosten!). Er zijn dan ook (een paar!) gemeenten die kiezen voor het opstellen van een raadsprogramma (welke zaken moeten aan de orde komen) en een minimaal benodigd aantal wethouders aanwijzen. Die gaan voorstellen op het raadsprogramma formuleren en de raad beslist daar over. Dan krijg je het systeem dat er soms met wisselende meerderheden voorstellen goedgekeurd of verworpen worden. Elke partij kan dan in vrijheid argumenteren en beslissen zonder coalitie-afspraken.
|